Voor Ria is Siloam veel meer dan moeders huis

In de rubriek ‘De bezoeker’ gaan we in gesprek met de mensen die achter – of eigenlijk naast – de cliënten van onze Rotterdamse verpleeghuizen staan. Wie bezoeken ze, en waarom? Deze keer zijn we in verpleeghuis Siloam in Rotterdam Hoogvliet.

“Aad, heb je al koffie?” De Rotterdamse Ria Westdijk (69) loopt naar de counter en zwaait naar een dame in de gezellige ontmoetingsruimte van verpleeghuis Siloam. De groene steentjes in haar lange oorbellen glinsteren in het zonlicht als ze weer gaat zitten. Terwijl ze een tweede melkcupje in haar koffie leegschenkt, zegt ze lachend: “Hij weet dat ik extra melk wil.”

De moeder van Ria is 97 jaar en woont nu twee jaar op de verpleegafdeling van Siloam. Ze kwam daar, vanuit het ziekenhuis, in eerste instantie alleen voor nazorg. Na een tijdje werd duidelijk dat ze niet meer naar huis kon, en moest blijven. “Ze heeft het hier goed naar haar zin, gelukkig. Ze geniet erg van de reuring in huis, met name van de muziek en samen zingen. Ze zit nooit allen op haar kamer.”

Ria geniet sinds drie jaar van haar pensioen, hoewel ze niet moet denken aan ouder worden. “Ik blijf gewoon tien jaar 69. En m’n haar houd ik ook nog wel even rood, ik ben nog niet aan grijs toe.” Ze werkte dertig jaar achter de kassa bij de Dirk van der Broek. “Ik vond het echt leuk, maar het werd de laatste paar jaar wel minder. Mensen werden agressiever en meer op zichzelf. Gelukkig heb ik die zelfscan-kassa’s niet meer meegemaakt.”

“Ik kan met iedereen leuk overweg, en ik probeer altijd positief te zijn. Ik ben er voor de vrolijke noot.”
Ria Westdijk

Zonnetje in huis

Zes ochtenden per week is Ria in Siloam te vinden. “Om half 11 haal ik m’n moeder op, dan gaan we naar beneden of even naar buiten. Tegen lunchtijd breng ik haar weer boven, en ga ik weer.” In die anderhalf jaar leerde ze een hoop mensen kennen. “Ik zou kunnen zeggen dat ik er wel wat vrienden bij heb gekregen, zoals Aad, Paulien, John en Janna.” Ze scrollt door de foto’s op haar telefoon. “Kijk, laatst hebben we de 65ste verjaardag van John gevierd, die woont hierboven in de serviceflat. En er woont ook een zangeres, die treedt vrijwillig op hier. Dan gaan we ook met een groepje kijken.”

Het langsgaan bij haar moeder is voor Ria dus helemaal geen straf. “Ik kan met iedereen leuk overweg, en ik probeer altijd positief te zijn. Ik ben er voor de vrolijke noot.” Zonder dat ze het in de gaten heeft, betekent ze een hoop voor de bewoners en medewerkers. “Ik haal wel eens een bloemetje of een cadeautje voor een jarige op de afdeling. Of als er iemand naar beneden gebracht moet worden.” Op vrijdagochtend gaat Ria naar linedance, wat ook in Siloam plaatsvindt. “Dan halen we de bewoners van mijn moeders afdeling op, en zitten ze lekker mee te klappen.”

Mantelzorg

Ria zag veel mensen afhaken toen haar moeder naar Siloam verhuisde. “Ze weten dan niet hoe ze daarmee om moeten gaan. Ze vinden het ongemakkelijk of zien het als een opgave.” Ze snapt het ook wel, want de band tussen moeder en dochter is ook veranderd. "Mentaal gaat ze langzaam achteruit, daar moet ik best wel aan wennen." Toch is het voor Ria vanzelfsprekend dat ze zo vaak langs gaat, en zo is Siloam haar tweede thuis geworden. “Mijn eigen leven staat op een laag pitje. Vroeger ging ik nog wel eens op vakantie met vriendinnen, of een weekendje weg. Dat zou ik nu niet meer doen, dan raakt m’n moeder helemaal van de leg.” Toch vindt ze zichzelf helemaal niet zielig. “Ik ben met pensioen: ik heb elke middag vrij! Regelmatig ga ik ergens lekker lunchen, of even naar de stad.” Maar Ria is ook realistisch. “Als m’n moeder er niet meer zou zijn, dan kom ik misschien nog eens als de zangeres zingt, of één keer per week voor een bakkie met Nel. Maar dan ga ik ook m’n eigen leven weer oppakken. Weer eens op vakantie, als ik dan nog goed ben.”

Auteur Christine Slings

Beeld Christine Slings