Wethouder op bezoek bij De kleine Burcht en Atrium

Rotterdam – Afgelopen vrijdag bracht wethouder Maarten Struijvenberg (Werkgelegenheid en Economie) een werkbezoek aan Lelie zorggroep. Struijvenberg liet zich informeren over de inzet van vrijwilligers en de maatschappelijke rol die Lelie zorggroep vervult.

In zorgwinkel De kleine Burcht (Lage Land) sprak de wethouder met projectmedewerker Haya Goutier over de inzet van stagiairs van het ROC voor wijkbewoners. In september start Goutier met een groep van tien studenten die met inwoners van het Lage Land koken en boodschappen doen. Ook vertelde Goutier dat ze via Skype contact onderhoudt met zo’n 20 wijkbewoners, van wie de oudste 95 jaar is. Goutier: ‘Uit onderzoek blijkt dat het percentage ouderen dat aangeeft zich eenzaam te voelen, van 80% naar 40% is gedaald.’ Momenteel werft Lelie zorggroep vrijwilligers om met 80 ouderen te kunnen Skypen. ‘We stimuleren zorg voor elkaar in de buurt’, aldus Goutier.

‘Goed luisteren’
In zorgcentrum Atrium (Rotterdam Centrum) sprak Struijvenberg met medewerkers van Lelie zorggroep over hoe de organisatie haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt ten aanzien van de arbeidsmarkt en het verbinden van vrijwilligers aan cliënten. Dit is mede mogelijk door de goede samenwerking met vrijwilligers- en welzijnsorganisaties zoals Radar, SKIN en Serve the City. Door de inzet van vrijwilligers komen cliënten vaker buiten om te wandelen of bouwen ze een vriendschap op met andere wijkbewoners.
‘Bij Lelie zorggroep zijn we intrinsiek gemotiveerd om ons in te zetten voor kwetsbare mensen’, vertelde Corrie Vroon. ‘Dat betreft ook mensen die al langere tijd in een uitkeringssituatie zitten. Het is belangrijk om heel goed naar hen te luisteren. Dat levert aanknopingspunten op om hen, via vrijwilligerswerk, perspectief te bieden, in hun kracht te zetten en mogelijk een stap dichterbij de arbeidsmarkt te brengen.’
Samen met Radar wordt een talentenjacht voor mensen met een uitkering gehouden. Vroon: ‘We kijken wat de passie en talenten van mensen zijn en zoeken naar mogelijkheden om, bijvoorbeeld door een taalcursus of stageplek, meer zelfvertrouwen op te bouwen.’
De wethouder sloot zijn werkbezoek af met het beamen van de stelling dat er naast vrijwilligers ook professionals nodig blijven om de voortgang van activiteiten te monitoren en te coördineren.